PAARDENKOPJE, HANDVAT OF SCHENKTUIT?
Oktober 1992: oprichting van de Vrienden Museum Kasteel Wijchen Stichting Frans Bloemen. Vrijwel direct viel het besluit een nieuwsbrief uit te geven om de vrienden op de hoogte te houden van de activiteiten van de stichting en van archeologische vondsten in en buiten Wijchen. De Nieuwsbrief was geboren. Het paardenkopje, weliswaar in andere vorm, sierde vanaf jaargang 1 no. 1 de voorpagina van de Nieuwsbrief. Nu, anno 2012 en inmiddels toe aan jaargang 20, is dat nog steeds zo. Het is een afbeelding van het paardenkopje, dat in de Wijchense bodem in de buurt van het tankstation langs de Randweg Noord ooit is gevonden is door Danny Janssen, een amateur archeoloog, die veel in de Wijchense bodem heeft ontdekt. Het is gemaakt van fijne, grijs bakkende klei. Het bestuur van de kersverse stichting, getroffen door de expressieve vorm en omdat het Rivierengebied van oudsher bekend was om zijn paarden, besloot indertijd unaniem dat dit paardenkopje model moest staan voor het logo van zowel het museum, als de Stichting Vrienden van het Museum Frans Bloemen, zoals de stichting toen genoemd werd. Het was logisch dat het logo ook op de Nieuwsbrief kwam. De vorm zoals die nu is, werd ontworpen door de bekende Wijchense kunstenaar Harry Gerritz. De band in lichtbruin symboliseert de verbondenheid met de bodem. Het paardenkopje, helaas ontbreken de oren en de rest, behoort nog altijd tot de collectie van Museum Kasteel Wijchen. Het kopje is ongeveer 7 cm. hoog, de hoogte van het totale beeldje zou dan 15-17 cm. geweest kunnen zijn. Het is niet duidelijk wat het precies is en waar het voor gediend heeft. Er is wel verondersteld dat het een fragment is van een aquamanile. Een aquamanile is een bekken of schenkkan om aan tafel de handen te reinigen; aqua is Latijn voor water en manus voor hand. In de Romeinse tijd werden aquamanilen al bij het eten gebruikt. Behalve eenvoudige, vaasvormige schenkkannen waren er ook aquamanilen in de vorm van (fabel)dieren (paarden, leeuwen, vogels) en mensen (ridders te paard). In de middeleeuwen stonden ze, vooral bij de hogere standen, bij de maaltijd op tafel. Vanaf de 12de eeuw kreeg de ‘waterkan’ ook een plaats in de kerk. De priester waste zijn handen vóór hij het misoffer bracht.
(Tekst uit de Nieuwsbrief Jaargang 20 nr. 1 van maart 2012 van de hand van Nelly Goebertus)